De totale paniek is voorbij. Maar echt begrijpen hoe we in de kredietcrisis en de recessie zijn beland, doet niemand. Z24 turfde en vond zeventien schuldigen. 

Midzomer 2009. In Utrecht kwamen deze week dertienhonderd economische
historici bijeen om te debatteren over globalisering, duurzaamheid en… de
kredietcrisis van 2007, 2008 en vooralsnog 2009.

De toehoorder die hoopte een overzichtelijk beeld te krijgen van het
hoe-en-waarom van de ernstigste financiële en economische dip in decennia,
kwam bedrogen uit. Een indrukwekkende reeks verklaringen passeerde de revue,
waarbij de schifting tussen hoofd- en bijzaken een pril karakter had.

Z24 sloeg aan het turven en traceerde zeventien boosdoeners. Met een groot
vraagteken bij het relatieve belang van diverse verdachten.

1.De Fed en de rente

Actief spelen met de rente behoort tot de kerntaken van de Fed, het
Amerikaanse stelsel van centralen banken. Maar, zo luidt de verdenking, na
het uiteenspatten van de internetzeepbel heeft de Fed de rente in de jaren
2002, 2003 en 2004 veel te lang op een laag niveau gehouden. Geld lenen was
spotgoedkoop en lokte speculatie uit op de huizenmarkt en de beurs. De
afloop is bekend.

2.Alan Greenspan

Van 1987 tot begin 2006 was hij de grote roerganger van Wall Street,
Fed-voorzitter Alan Greenspan. Critici stellen dat zijn neiging om
financiële markten te kalmeren zodra ontsporing dreigde, bijdroeg aan
roekeloos gedrag onder beleggers, met fatale gevolgen. De beruchte Greenspan-put.

3.Toezicht op kapitaalbuffers banken

Toezichthoudende centrale banken stonden vanaf de jaren negentig toe dat
banken lage kapitaalbuffers aanhielden, luidt de aanklacht. Geen wonder dat
veel banken te weinig vet op de botten hadden, toen de crisis toesloeg.

4. Kuddementaliteit van topbankiers

Ook geen schone handen: topbankiers die de kredietverlening verhoogden, met
beperkte eigen buffers. Geliefd trucje was het aanzwengelen van de
hypotheekproductie door verstrekte leningen van de balans te halen en als
pakketjes door te verkopen aan beleggers. Bestuurders van beursgenoteerde
banken lieten zich hierbij leiden door de druk om elk kwartaal mooie
resultaten te laten zien. Uit de pas lopen met de concurrentie gold als
doodzonde.

5. Chinese en Russische nerds

In de beklaagdenbank: wiskundige knutselaars die voor zakenbanken hypotheken
opknipten en herverpakten, zodat optisch veilige beleggingen ontstonden.
Volgens een Amerikaanse expert op het gebied van financiële zeepbellen telde
de populatie van bancaire whizzkids de afgelopen jaren opvallend veel Russen
en Chinezen. Lees: twintigers uit landen waar ze goed zijn in wiskunde, maar
niet al te veel ervaring hebben met praktijk van de markteconomie.

6. Financiële innovatie zonder proeftuin

Opnieuw een sneer naar de toezichthouders. Centrale bankiers en
beursautoriteiten stonden toe dat exotische hypotheekproducten en
kredietderivaten plompverloren op de markt werden gebracht en buiten de
beurs om werden verhandeld. Wie was verantwoordelijk als handelende partijen
op grote schaal niet aan hun verplichtingen konden voldoen? De
belastingbetaler, zo bleek.

7. Graaiende beleggers

Het vingertje gaat richting de aandeelhouder. Meer in het bijzonder naar
hijgerige beleggers die mikken op korte-termijnwinsten. Nog specifieker: het
kwaad ligt bij hedgefondsen die met veel geleend geld de handel in verpakte
hypotheken van armlastige Amerikanen hebben opgeblazen.

8. Kredietbeoordelaars

Voor wie twijfelde aan de degelijkheid van exotisch verpakte beleggingen,
waren er kredietbureaus die veilige stempels zetten op beleggingspakketjes
die achteraf minder solide bleken. Foei!

9. Lakse eisen voor hypotheken

Terug naar de bron: Inhaligheid bij hypotheekverkopers en laks toezicht
maakten het mogelijk dat Amerikaanse consumenten met schulden en
onregelmatige inkomsten in aanmerking kwamen voor een hypotheeklening.
Net-niet-optimaal, heette dat.

10. Bouwspeculatie

De explosieve groei van de Amerikaanse huizenbouw was in de aanloop naar de
kredietcrisis een belangrijke aanjager van de economische groei. Tegelijk
werkten uitbundige prijsstijgingen speculatie in de hand, waarbij woningen
en appartementen functioneerden als winstverdubbelaar.

11. Zwak crisismanagement

Alles goed en wel, maar het had niet zo uit de hand hoeven lopen als
sleutelfiguren in de Amerikaanse regering in 2008 krachtdadiger waren
opgetreden. Zakenbank Lehman Brothers had in september 2008 niet mogen
omvallen. Dan was de onderlinge leenmarkt van banken blijven werken. Amerika
had bovendien resoluter grote banken moeten nationaliseren en schoon vegen.
Gebrekkig leiderschap.

12. Spel zonder nieten voor gigabanken

Groot-is-beter was sinds de jaren negentig een belangrijke trend in
bankenland. Maar financiële mastodonten kunnen politici en toezichthouders
eenvoudig gijzelen, bleek bij de crisis van 2008. Red me, of de economie
gaat eraan. Wat de beschuldiging uitlokte dat bankiers bij superbanken
bewust of onbewust forse risico's hebben genomen, in de wetenschap dat
moedertje staat klaar stond.

13. Bankbonussen

Nog steeds de banken. De steen des aanstoots vormen hoge bonussen die
prikkelden tot het najagen van kortetermijnwinsten, en roekeloos gedrag. Met
als gevolg dat het woord bonus zelf besmet is geraakt.

14. Anonieme zakenbanken

Beperkte aansprakelijkheid als opium voor zakenbankiers. Tot het midden van
de jaren negentig waren de investment banks van Wall Street maatschappen,
met aan de top partners die persoonlijke aansprakelijkheid droegen voor het
wel en wee van de onderneming. De omvorming van Amerikaanse zakenbanken tot
naamloze vennootschappen - zoals bij Goldman Sachs in 1999 - maakte de
persoonlijke consequenties van risicovol financieel beleid veel minder
groot.

15. Amerikaanse koopwoede

Een macro-schuldige: De Amerikanen die hun consumptiedrift uitgeleefden met
de creditcard in de hand. De kredietcrisis luidt in deze optiek de start in
van een langdurige afkickronde, waarin Amerikanen moeten leren alleen uit te
geven wat ze zelf hebben verdiend.

Dan nog twee bijrollen:

16. De media

Negatieve berichtgeving maakt consumenten depressief, blijkt uit statistisch onderzoek. Zie de bijdrage van Z24-collega Mathijs Bouman.

17. U (de consument)

Sluit een tophypotheek af, belegt in banken en bestelt ook nog de nieuwe auto op afbetaling.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl